U bent hier : Home / Personen / Savornin Lohman, A.F. de
Geboren: 29 mei 1837
Overleden: 11 juni 1924
1879-1883 curator, 1883-1896 hoogleraar staats- en strafrecht.
Beschikbare downloads:
Lees de oratie van Lohman: 'Over het hoogste gezag', die hij hield op 6 juni 1884.
Savornin Lohman, Alexander Frederik de
[Lemma geschreven voor de serie Markante Protestanten]
Lohman, zoon van een controleur der belastingen, volgde het gymnasium in zijn geboorteplaats Groningen, waar hij ook Romeins en hedendaags recht studeerde. In 1861 promoveerde hij op stellingen, een jaar later werd hij rechter in Appingedam, een functie die hij van 1866 tot
In 1879 werd Lohman, een volgeling van Groen van Prinsterer, lid van de Tweede Kamer, als afgevaardigde van de in hetzelfde jaar opgerichte Antirevolutionaire Partij. Al gauw was Lohman de feitelijke fractieleider. Van partijpolitiek had hij overigens geen hoge pet op. Het parlement moest controleren en corrigeren, de wetgeving overlatend aan de regering. Ook Lohmans ethisch getinte individualisme sprak in zijn weerzin tegen partijpolitiek een duchtig woordje mee. Het christelijk leven bezag hij als een dagelijkse, persoonlijke dialoog met God waarin voor binding aan een partijprogramma eigenlijk geen plaats was. Antirevolutionaire leider Abraham Kuyper hechtte wel aan partijdiscipline, tot irritatie van Lohman. Ze werden echter verbonden door de strijd voor bijzonder onderwijs. Ook steunde Lohman Kuyper in 1880 bij de oprichting van de Vrije Universiteit waaraan hij vier jaar later hoogleraar staatsrecht werd.
In 1890 werd Lohman – tussentijds – minister van binnenlandse zaken in het eerste confessionele kabinet-Mackay. Anderhalf jaar lang bleef hij in functie, een periode waarin wrijving met de door Kuyper aangevoerde antirevolutionaire fractie tot nieuwe spanningen leidden. In 1894 kwam het tot een openlijk conflict toen Lohman zich kantte tegen voorstellen tot uitbreiding van het kiesrecht. Het volk moest eerst politiek worden opgevoed, vond hij. Kuyper daarentegen steunde kiesrechtuitbreiding, stelling nemend tegen ‘het conservatisme van alle gading’. De kamerfractie scheurde, Lohman werd leider van de ‘vrij antirevolutionairen’ die in 1908 tot de Christelijk-Historische Unie toetraden.
In 1895, een jaar nadat de politieke wegen van Lohman en Kuyper zich hadden gescheiden, nam Lohman – min of meer gedwongen – ontslag aan de Vrije Universiteit en werd raadsheer in Den Haag. Wel bleef hij lid van de Gereformeerde Kerken waarbij hij zich in 1888 had aangesloten. De troebele relatie met Kuyper was evenmin een belemmering diens politiek te steunen, ook niet in de jaren 1901 tot 1905 toen ‘Abraham de Geweldige’ minister-president was en tijdens de spoorwegstakingen onder zwaar vuur kwam te liggen. Lohman zou het ministersambt niet meer bekleden; tot 1921 bleef hij lid van de Tweede Kamer waarin zijn persoon en optreden uiteenlopend werden beoordeeld. Lohman stond enerzijds te boek als een koele jurist met een aristocratische uitstraling, anderzijds als een temperamentvolle parlementariër die uit zijn slof kon schieten. Het nam niet weg dat hij hoog aanzien genoot, wat onder meer tot uitdrukking kwam in zijn benoeming tot minister van staat in 1909.
Auteur: Peter Bak, voor Protestant.nl, 31 oktober 2008