Op dinsdagmiddag 1 december 2015 wordt aan Sophie van Bijsterveld, hoogleraar religie, recht en samenleving aan de Radboud Universiteit en tevens lid van de Eerste Kamer namens het CDA, de vijfjaarlijkse Lohmanprijs uitgereikt. Van Bijsterveld ontvangt de prijs voor haar boek Overheid en godsdienst. Herijking van een onderlinge relatie, dat in 2008 is verschenen. Wanneer is die Lohmanprijs ingesteld en waarom eigenlijk? En wie waren eerdere laureaten?

Door: Wim Berkelaar

Op 29 mei 1987 kwam een bont gezelschap bijeen in de Ridderzaal in Den Haag. Die datum was niet toevallig gekozen. 150 jaar daarvoor, op 29 mei 1837, was die dag in Groningen jhr. Mr. A.F. de Savornin Lohman geboren. Op de dag af vijf maanden later, op 29 oktober 1837, kwam aan de andere kant van Nederland de man ter wereld, die zijn tegenpool zou worden: Abraham Kuyper. Kuyper en Lohman stonden aanvankelijk zij aan zij in hun strijd voor christelijke gelijkberechtiging in de (overwegend) liberale negentiende eeuw.

Haarscheurtjes

Hun wegen scheidden zich echter op de Vrije Universiteit, in 1880 door Kuyper met enkele geestverwanten gesticht met als doel hoger onderwijs op gereformeerde grondslag te verzorgen, vrij van kerk en staat. Lohman, die in zijn geboortestad Groningen rechten had gestudeerd en nadien rechter werd in Appingedam en ’s-Hertogenbosch, was evenals Kuyper aangeraakt door het antirevolutionaire gedachtengoed van Guillaume Groen van Prinsterer en ontpopte zich al snel tot een strijdmakker van Kuyper. Hij verving Kuyper in 1876 tijdelijk als hoofdredacteur van De Standaard en kwam in 1879 in de kamer voor de dat jaar opgerichte Antirevolutionaire Partij.

Een hoogleraarschap aan de Vrije Universiteit lag dan ook voor de hand, al waren de eerste haarscheurtjes al zichtbaar in de vriendschap; Kuyper en Lohman verschilden van mening over de uitbreiding van het kiesrecht. Het stond Lohmans benoeming als hoogleraar rechten aan de VU niet in de weg. Maar al snel rees er wantrouwen over het gereformeerde gehalte van zijn colleges, al was duidelijk dat de politieke verschillen tussen Kuyper en Lohman op de achtergrond meespeelden. Hoe dit ook zij, Lohman werd, in 1896, tot aftreden gedwongen.

Eerherstel

Hoewel de Vrije Universiteit onder leiding van Kuyper en zijn volgelingen gestaag groeide, heerste er met het verstrijken van de tijd enig onbehagen over dit onverkwikkelijke conflict. Het was dan ook niet toevallig de Vrije Universiteit die de herdenking van de 150ste geboortedag van haar oud-hoogleraar aangreep om een prijs naar hem te vernoemen. Rector H. Verheul, van huis uit natuurkundige en sinds 1969 hoogleraar in dat vak aan de VU, maakte er in zijn openingstoespraak in de Ridderzaal op 29 mei 1987 geen geheim van dat de instelling van de Savornin Lohmanprijs ook als een vorm van eerherstel mocht worden beschouwd voor de hoogleraar die zo ruw was weggewerkt. De hervormde Verheul voelde zich meer verwant met ruimhartige De Savornin Lohman dan met de meer strikte Kuyper. Met de instelling van de prijs gaf Verheul ook zichzelf bloot, zoals zijn rectorale opvolger C. Datema constateerde: ‘Immers voor een representant van de voormalige CHU en gelet op zijn hervormde achtergrond was zijn affiniteit tot De Savornin Lohman welhaast natuurlijk. Zijn bemoeienis was evenzeer een voertuig om de bredere dan de gereformeerde inbedding van de Vrije Universiteit te beklemtonen.’

Dat de eerste prijs ging naar iemand die leven en werk van De Savornin Lohman beschreef zal geen verbazing wekken. Dr. L.C. Suttorp werd onderscheiden voor zijn biografische studie, die in 1987 verscheen. Andere laureaten waren onder meer filosoof Govert Buijs, wiens proefschrift Tussen God en duivel. Totalitarisme, politiek en transcendentie bij Eric Voegelin werd bekroond, de hervormde ethicus Gerrit de Kruijf, wiens studie over christelijke ethiek in de democratie van belang werd gevonden en de predikant Willem Aalders, die De Savornin Lohmanprijs kreeg toegekend als een soort oeuvreprijs voor zijn vele publicaties over het reformatorische denken in Nederland.

Wim Berkelaar, medewerker Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme, Vrije Universiteit

 


Deel dit artikel