In 2016 viert VUmc het 50-jarig bestaan. Op 12 oktober 1966 werd het academisch ziekenhuis van de Vrije Universiteit officieel geopend; dit moment wordt als startpunt aangehouden voor het ontstaan van het VUmc. Formeel ontstond het medisch centrum, als samenvoeging van de geneeskundefaculteit en academisch ziekenhuis van de VU, pas in 2001, terwijl de geneeskunde aan de VU juist een geschiedenis heeft die veel verder teruggaat dan 1966.

Door: Ab Flipse

De medische faculteit, 1950
Op 20 september 1950 werd de medische faculteit van de VU officieel geconstitueerd. Kort daarvoor waren drie medische hoogleraren benoemd, en deze verzorgden een studieprogramma waarmee het kandidaatsexamen geneeskunde kon worden behaald. Drijvende kracht was Gerrit Arie Lindeboom, die de leerstoel algemene pathologie, klinische propaedeuse en encyclopedie der medische wetenschappen kreeg. A. Stolk was verantwoordelijk voor anatomie en histologie; en A. Knoppers voor fysiologie en farmacologie. Lammert van der Horst was als hoogleraar psychiatrie al langer aan de VU verbonden. Met vier hoogleraren was de faculteit een stuk kleiner dan de medische faculteiten aan andere universiteiten, maar een gestage groei zette in. Deze uitbreiding was mogelijk omdat de VU inmiddels deels bekostigd werd door de overheid, waar tot die tijd de gereformeerde achterban de universiteit volledig had gefinancierd.

De eerste medische hoogleraren en studenten, 1907
Uitbreiding van de VU met een medische faculteit was eigenlijk al sinds de stichting van de VU, in 1880, de bedoeling geweest. In 1907 werd een start gemaakt toen Leendert Bouman werd benoemd tot hoogleraar in de psychiatrie en algemene biologie. Ook werd toen besloten een psychiatrisch-neurologische kliniek te stichten, in samenwerking met Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders, die onder leiding stond van de predikant Lucas Lindeboom, de grootvader van de latere hoogleraar Gerrit Lindeboom. Deze kliniek werd in 1910 geopend aan het Valeriusplein: de Valeriuskliniek; Bouman werd de eerste geneesheer-directeur. In 1918 volgde de opening van een fysiologisch laboratorium, gelegen naast de Valeriuskliniek. De eerste medische studenten schreven zich in deze periode ook in. Meestal waren dit studenten die aan de gemeentelijke Universiteit van Amsterdam studeerden en daarnaast aan de VU enkele vakken wilden volgen bij Bouman en zijn collega’s. Een volledige medische studie kon aan de VU in deze periode nog niet worden gevolgd.

De pogingen om de medische faculteit verder uit te bouwen zouden in deze periode, onder andere door de beperkte financiële mogelijkheden, stranden. De psychiater Van der Horst, opvolger van Bouman, was een tijd lang de enige medicus aan de VU. Toch bleven velen zich inzetten voor uitbreiding van de VU met een medische faculteit. De spaaractie met het bekende VU-busje, die werd gestart in 1932, was speciaal gericht op de stichting van een medische faculteit. De gedachte was dat de medische faculteit christelijke artsen kon opleiden, een oude wens van de achterban. Toch zou het dus nog tot 1950 duren voor dit werd gerealiseerd. Maar ook toen nog zonder eigen ziekenhuis.

Het ziekenhuis, 1966
De preklinische vakken konden de studenten vanaf 1950 aan de VU volgen, maar hun praktijkervaring moesten de studenten opdoen in andere ziekenhuizen. De co-assistenten van de VU waren in de jaren vijftig te vinden in verschillende Amsterdamse ziekenhuizen en klinieken, zoals het Weesperpleinziekenhuis, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Wilhelmina Gasthuis en het Binnengasthuis.

In 1953 werd het eerste plan gemaakt voor een eigen academisch ziekenhuis in Amsterdam-Buitenveldert. De eerste paal ging op 29 december 1956 de grond in. Op termijn zouden hier nog meer universiteitsgebouwen moeten verrijzen, die onderdak zouden gaan bieden aan alle faculteiten en laboratoria van de VU, tot die tijd verspreid over de hele stad. In 1966 was het ziekenhuis gereed. Minister I.A. Diepenhorst – vóór en na zijn ministerschap hoogleraar aan de VU - opende op 12 oktober 1966 het nieuwe VU-ziekenhuis. De eerste patiënt was al op 4 november 1964 opgenomen in het deel van het ziekenhuis dat gereed was. De polikliniek bleef voorlopig gevestigd in tijdelijke barakken naast het ziekenhuis. Pas op 15 september 1980 ging de eerste paal in de grond voor een nieuwe polikliniek. Op 4 december 1984 kon de eerste patiënt worden verwelkomd in het nieuwe gebouw aan de andere zijde van de De Boelelaan.

Vanaf eind jaren negentig werden de medische faculteit van de VU en ziekenhuis organisatorisch steeds meer ineengeschoven in een ‘medisch cluster’. In 2001 ontstond hieruit het VU Medisch Centrum (VUmc), zoals ook aan andere universiteiten in deze periode universitaire medische centra werden gevormd.

Bekijk de film over de opening van verschillende nieuwe VU-gebouwen, waaronder het academisch ziekenhuis, op 12 oktober 1966: Film 1966: Opening VU-ziekenhuis

Ab Flipse is universiteitshistoricus Vrije Universiteit

Literatuur

L. van Bergen, Van genezen in geloof tot geloof in genezen. De medische faculteit van de Vrije Universiteit 1880- 2000 (Diemen: Veen Magazines B.V. 2006)

 



Deel dit artikel