U bent hier : Home / Blog / De VU als surrealistisch boekenlandschap: twee bijzondere prenten
7 februari 2023
In 1966 en 1971 zijn twee bijzondere fantasie-tekeningen gemaakt van de gebouwen van de Vrije Universiteit door kunstenaar Jakop Slegt, in opdracht van VU-bibliothecaris Johan Stellingwerff. De eerste is een tekening van de oude universiteitsgebouwen aan de Keizersgracht, gemaakt kort voor de VU deze gebouwen verliet; vijf jaar later volgde een prent van de nieuwe campus in Buitenveldert.
Door: Ab Flipse, universiteitshistoricus
De tekening uit 1966, met als titel ‘Boekenstad’, toont een uit boeken bestaand – en van boeken uitpuilend – universiteitscomplex. Het betreft de onderling verbonden grachtenpanden aan de Keizersgracht (de nummer 160 tot 168), die het ‘moedergebouw’ van de VU vormden. In 1883 was een eerste pand aangekocht (nr. 162), dat een nieuwe gevel kreeg, met boogramen en een fronton. In de loop der tijd kocht de VU ook de naburige panden. In de naoorlogse jaren raakten de gebouwen echter overvol, vanwege de toenemende aantallen studenten en uitbreidende bibliotheekcollectie. (Lees verder onder de afbeelding)
Jakop Slegt, ‘Boekenstad’, Amsterdam 1966. (Klik op afbeelding om te vergroten)
Op de tekening is links de toren van de Westerkerk te zien, en verder tal van andere als boeken weergegeven panden. Op een uitstekende boekenlegger is het zegel van de VU, de maagd in de tuin, te zien. De tekening werd door Stellingwerff gebruikt om de noodzaak van nieuwe huisvesting te benadrukken. ‘Boeken barsten uit de VU-gebouwen aan de Keizersgracht’, schreef hij bij een afdruk van de prent in dagblad Trouw. Inmiddels werd er al gebouwd aan een nieuwe campus in Buitenveldert.
De tweede tekening (zie hieronder) toont de nieuwe campus en hierin is allerlei symboliek verwerkt. Een reproductie ervan werd als bijlage gevoegd bij Stellingwerffs boek Inleiding tot de universiteit uit 1971. Dit boek bevatte een historische en wijsgerige beschouwing over de idee van de universiteit en de samenhang van de wetenschappen. Het wilde daarmee een bijdrage leveren aan de toenmalige discussies over idee en organisatie van de universiteit. Hieronder volgt een analyse van de prent, gebaseerd op een toelichting die Stellingwerff destijds schreef, voorafgegaan door beknopte info over de kunstenaar.
Pentekenaar Jakop Slegt (1934-1990)
In 2020 organiseerde Museum Weesp een expositie over het werk van Slegt onder de titel: 'Jakop Slegt: Een eigen kijk op de wereld'. In een recensie hiervan in Het Parool werd Slegt gekarakteriseerd als ‘de M.C. Escher van Weesp’. Tijdens zijn bewogen leven – met een ongelukkige jeugd, gevolgd door een armoedig leven op straat – tekende Slegt met pen straatbeelden, surrealistische landschappen en spookachtige visioenen. In de naoorlogse decennia verdiende Slegt soms wat als straattekenaar, en maakte een enkele maal tekeningen op bestelling. In de jaren zestig vond hij onderdak in een onbewoonbaar verklaard pand in Weesp, en hij kreeg nu ook vaker opdrachten. Daarna werd hij ‘ontdekt’ en in 1971 waren zijn tekeningen te zien in het prentenkabinet van het Singer Museum in Laren. Slegt werd geroemd om zijn ‘precisie en uitermate knap beheerste techniek’ en bestempeld als ‘visionair’. Het ging hem enige tijd voor de wind, maar hij eindigde zijn leven uiteindelijk berooid; hij overleed in 1990. Verschillende musea hebben werk van Slegt in de collectie.
De nieuwe VU-campus als boekenlandschap
De prent met de VU-campus verscheen nog voordat het Hoofdgebouw van de VU in 1973 officieel was geopend. Enkele andere gebouwen waren al sinds 1966 in gebruik, zoals het Wis- en Natuurkunde (W&N)-gebouw, de Medische Faculteit en het Academisch Ziekenhuis. Het kamvormige W&N-gebouw is op de prent op de voorgrond weergegeven als een rij boeken. Het gebouw herbergt de verschillende bètawetenschappen. Helemaal links de biologie, te herkennen aan onder meer de vlinder op het boek en de microscoop. Daarnaast de geologie: de plek waar een plank over de gracht naar een opgraving leidt. Daarnaast scheikunde, met een destillatieopstelling. Verder wiskunde, herkenbaar aan een boek met een getal (jaartal 1971) en een geometrische figuur (een regelmatige zeshoek). Helemaal rechts de afdeling natuurkunde met het cyclotron (de deeltjesversneller): gesymboliseerd door een atoommodel als presse-papier. (Lees verder onder de afbeelding)
Jakop Slegt, ‘Universiteit en Bibliotheek A.D. 1971’, Weesp, 1971. (Klik op afbeelding om te vergroten)
Links van het W&N-gebouw staat de medische faculteit – herkenbaar aan de schedel – en nog verder naar links het ziekenhuis, waar een nier- en harttransplantatie plaatsvindt. Daarachter is de hortus botanicus als palmenwoud weergegeven.
Centraal in de tekening staat het Hoofdgebouw: getekend als een open rechtopstaand boek. In het rechterdeel bevindt zich de boekentoren van de bibliotheek en links faculteiten in de mens- en geesteswetenschappen. De mensenfiguur in de cirkel is ontleend aan Leonardo da Vinci’s afbeelding van de vitruviusman. Bovenin het gebouw vindt men de preekoefenzaal (of kerkzaal), weergegeven door de adelaar (symbool van de evangelist Johannes), waarmee wordt verwezen naar de proloog van het Johannesevanglie: ‘In den beginne was het Woord (de Logos)’. Opvallend is de spreuk: ‘De zin is het zijn van alle creatuurlijk zijnde’, een citaat van VU-filosoof Herman Dooyeweerd uit zijn Wijsbegeerte der Wetsidee. Deze stelling verwoordt dat de werkelijkheid niet zinloos is, en ook niet iets waaraan ‘zin’ moet worden toegevoegd, maar dat ze, vanwege het scheppingskarakter, in zichzelf een zinvol geheel is ter ere van God.
De omgeving vormt een fantastisch landschap met radarapparatuur, een radiotelescoop, observatoria, een raketbasis, satellieten en hemellichamen, alsmede de verbeelding van zowel de dag als de nacht.
Een dubbelzinnige boodschap?
Rechts op de tekening, langs de Buitenveldertselaan lopen twee kevers, verwijzend naar de studentenprotesten die in die dagen regelmatig plaatsvonden. Op de spandoeken staan de teksten: ‘Pro’ en ‘Test’. Dit protest heeft een dubbelzinnige boodschap, stelt Stellingwerff: ‘Pro-test kan betekenen dat men protesteert: tegen bijvoorbeeld de bom, tegen het kapitalisme, het communisme of wat dan ook. Maar pró-test kan ook betekenen dat men vóór het testen is. Daarbij kan testen inhouden zowel het onderzoeken in het algemeen, het wetenschappelijk onderzoek, als ook het examineren en zelfs het beproeven van atoombommen.’
Stellingwerff vervolgt: ‘Daarmee is tevens aangegeven dat men met een instituut als de universiteit alle kanten op kan. Het is een groots cultuurinstrument, waarvan het uitgangspunt, de instelling, het doel en de geest van het grootste belang zijn.’ De tekening laat zien welk belang de tekenaar (of de opdrachtgever?) toekende aan de samenhang van de wetenschappen, en de belangrijke rol van de bibliotheek daarin. De VU had daarbij een eigen uitgangspunt. Centraal in deze tekening stonden daarom, aldus Stellingwerff, de adelaar bovenop het Hoofdgebouw – verwijzend naar de Logos, het Woord, dat er in het beginne al was – en het citaat van Dooyeweerd over de zin van het zijnde.
De ‘boodschap’ van de prent lijkt daarmee, ondanks de dubbelzinnigheid, toch duidelijk. Rest de vraag hoe Stellingwerff op het idee kwam juist Jakob Slegt deze opdracht te geven.
Literatuur
Jan Pieter Ekker, ‘Pentekenaar Jakop Slegt was de M.C. Escher van Weesp’, Het Parool, 13 juli 2020.
J. Stellingwerff, Inleiding tot de universiteit. De samenhang der wetenschappen en de wetenschappelijke bibliotheek (Amsterdam 1971)
J. Stellingwerff, ‘VU-complex als boekenlandschap’, VU-magazine, 1e jg., no2. oktober 1971, p. 16
‘Vrije Universiteit uit het moedergebouw: wat gebeurt er met Keizersgracht 162?’, Trouw, 3 september 1966.
Op 12 april 2023 is het precies een halve eeuw geleden dat het Hoofdgebouw van de VU werd geopend. We vieren dit met een symposium: klik hier voor meer informatie.