Journalist Agnes Amelink interviewde mensen uit binnen- en buitenland over hun ervaringen met Abraham Kuyper en schreef daarover Mijn Kuyper. Gesprekken over geloof, politiek en cultuur. Het boek laat zien dat ook nu nog, en eeuw na Kuypers dood, tal van mensen een verhaal met Kuyper hebben, zich door hem laten inspireren of zich aan hem ergeren. De geïnterviewden hadden het bovendien opmerkelijk vaak over de Vrije Universiteit.

Door: Agnes Amelink
In Mijn Kuyper gaat het vaak over de VU: ‘Kuyper-gereformeerden-VU’ is voor sommigen zelfs één begrip waarvan de delen nauwelijks te onderscheiden zijn. Opmerkelijk is de genegenheid waarmee over Abrahams universiteit gesproken wordt – of men nu uit het nest komt of er van buitenaf in terechtkwam.

Het licht van de waarheid
Neem schrijfster Désanne van Brederode die er begin jaren negentig filosofie studeerde. Zij schiet nog vol wanneer ze over bepaalde docenten spreekt. Hun oprechtheid en ‘het intrinsieke verlangen dat anderen het licht van de waarheid zullen zien’, hun bewogenheid met de maatschappij en de persoonlijke betrokkenheid bij hun studenten: ze wijdt er warme woorden aan. Tegelijk erkent ze dat ze zich als rooms-katholiek met antroposofische belangstelling soms ook ‘een soort antropoloog in een vreemde stam voelde’. Geanimeerd vertelt ze bijvoorbeeld over de vergaande onverschilligheid voor uiterlijk vertoon die ze tegenkwam, met een navenant modebewustzijn (‘zo’n schattige meneer in zijn reformatorische Wibratrui’).

In haar geval speelde Kuyper hooguit een marginale rol, maar totaal anders, om niet te zeggen tegenovergesteld, was dat voor archivaris Hans Seijlhouwer. Als jonge student was zijn eerste baan het terugstoppen van brieven in het Kuyperarchief. Mede door toedoen van de legendarische historicus George Puchinger raakte hij gegrepen door de man wiens nalatenschap in de kelder aan de De Boelelaan bewaard wordt. Geen detail van de collectie, of hij is ermee op de hoogte. Een haarlok, een notulenboek, het dodenmasker, meer dan negenduizend brieven: hij heeft ze meer dan veertig jaar als een schat gekoesterd.

Hoewel Seijlhouwer opgroeide binnen de naoorlogse gereformeerde wereld – thuis, school, kerk – wist hij niets van Kuyper als historische persoon tot hij bij het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme kwam te werken. Datzelfde geldt voor Gezien Ridderbos wier hele leven zich zo’n beetje binnen de VU-biotoop afspeelt. Haar beide ouders waren vooraanstaande figuren in de zuil waarvan het fundament gevormd werd door de Kuyperiaanse beginselen, maar over Abraham-zelf ging het nooit. Als de organisatorische spil van het Amsterdamse studentenpastoraat maakte ze van binnenuit de ontzuiling mee, maar tot ver na haar pensioen duurt haar verknochtheid aan de VU en haar studenten.

Ongeduldige gedrevenheid
Ook voormalig CDA-partijvoorzitter Ruth Peetoom maakte via de VU pas echt kennis met Kuyper. Als student-assistent bij de vakgroep Kerkgeschiedenis ontdekte ze gaandeweg ‘dat ik veel gereformeerder was dan ik ooit had gedacht’. Inmiddels is ze op meerdere terreinen in Kuypers voetsporen getreden en herkent ze iets van zijn ongeduldige gedrevenheid om mensen te mobiliseren: ‘Als je iets vindt dan ga je er gewoon op af.’ Als ze langs zijn borstbeeld loopt bij de ingang van de aula, aait ze hem steevast even over zijn neus.

Waar Seijlhouwer, Ridderbos en Peetoom als het ware van binnenuit en met genegenheid spreken over het voormalige VU-milieu, leveren Govert Buijs en George Harinck – beiden hoogleraar en Kuyperkenner – hier kanttekeningen bij. Kerkelijk afkomstig uit andere groeperingen, voelde Harinck zich wel eens ‘Klein Duimpje’ en zegt Buijs over zijn jeugd in Friesland: ‘Ze keken op je neer.’

Een beetje minder calvinistisch
Janneke Stegeman hoort tot een jongere generatie VU-alumni; al in haar eerste studiejaar besloot ze zich in Kuyper te verdiepen. Zij oppert het idee om met de huidige diverse studentenpopulatie teksten van Kuyper te lezen, om daarmee het maatschappelijke debat te dienen.

Van een door-en-door gereformeerde instelling is Kuypers schepping immers veranderd in een universiteit met een grote aantrekkingskracht op studenten uit minderheidsgroepen. Niemand symboliseert deze ontwikkeling beter dan rector magnificus Vinod Subramaniam. Zijn missie is niet om de eigen VU-traditie op te geven, zegt hij, maar een beetje minder calvinistisch mag wel waar het gaat om de wel eens al te bescheiden houding van de VU, voegt hij eraan toe.

In deze geest: Mijn Kuyper is leuk, toegankelijk en niet te duur! Behalve de hier genoemde VU-mensen komen ook aan het woord: achterkleinzoon Peter Kuyper; biograaf Jeroen Koch; Amerikaniste Albertine Bloemendal; anglicaan Peter Heslam; hervormde ir. Jan van der Graaf; ethicus Vincent Bacote en feministe Elaine Storkey. Met prachtige foto's van Werry Crone.

Boekgegevens
Agnes Amelink, Mijn Kuyper. Gesprekken over geloof, politiek en cultuur (KokBoekencentrum 2020), 144 pp, 16,99 euro.


Deel dit artikel