Er zijn veel onderzoeksinstituten aan de VU. Veelal verbinden ze verschillende vakgebieden rondom een specifiek thema. Een van de meer bijzondere thema’s is het tweelingenonderzoek, dat al sinds de jaren tachtig aan de VU gedaan wordt. Dit instituut is op bijzondere wijze vertegenwoordigd in de collecties: met een kunstwerk. Kunstconservator Wende Wallert en professor Dorret Boomsma van het Tweelingen Instituut vertellen.

Click here for the English text

Nick en Carst

Door Wende Wallert

22-K002455tweelingen.jpgDe fotografen Monique Eller en Bodine Koopmans maakten in 2016 in samenwerking met het NTR en de VU een serie portretten ‘DOUBLE DUTCH’ over het fenomeen tweelingen. Het resultaat van hun werk was te zien in een expositie in het hoofdgebouw. Juist vanwege de rustige achtergrond toont het portret van Nick en Carst heel mooi de gelijkenis en verschillen maar ook de bijzondere onderlinge verbondenheid bij tweelingen.  

De VU stimuleert de interactie tussen kunst en wetenschap. Net als de wetenschap biedt kunst ons nieuwe inzichten, maar dan vanuit de verbeelding. In een eigen galerieruimte WONDER organiseert de VU exposities en events waarin actueel artistiek en wetenschappelijk onderzoek wordt gedeeld met het publiek. 

 

Het Nederlands Tweelingen Register

Door Dorret Boomsma

In 1983 begon ik mijn promotietraject aan de Vrije Universiteit Amsterdam, na een doctoraalopleiding daar en een MA aan het Institute for Behavior Genetics in Boulder, Colorado. In Boulder was ik doordrongen geraakt van de waarde van tweelingonderzoek. Samen met mijn promotor, prof Orlebeke, nodigden we twee- en drielingen tussen de dertien en twintig jaar uit om met hun ouders mee te doen aan een onderzoek naar de genetica van cardiovasculaire risicofactoren. We kregen hun adressen met hulp van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam, maar al snel werd duidelijk dat het heel duur zou worden om via die route echt grote groepen tweelingen te rekruteren voor erfelijkheidsonderzoek. Daarom besloten we zelf een tweeling register op te zetten aan de VU. Dat werd het Nederlands Tweeling Register (NTR). Op dit moment staan rond de zeventigduizend tweelingparen en ongeveer net zoveel gezinsleden ingeschreven. Het NTR is dus een tweeling-familieregister. 

We begonnen met 2 groepen: jong volwassenen (en hun ouders en broers en zussen) en pasgeboren twee- en drielingen. Prof. Orlebeke woonde naast de directeur van een baby felicitatie dienst. Die organisatie ging op bezoek bij jonge ouders en het NTR mocht een folder meegeven om ouders van jonge tweelingen uit te nodigen zich in te schrijven. 

Informatie over ontwikkeling, gezondheid, fertiliteit, lifestyle, cognitieve vaardigheden en  persoonlijkheid komt vooral uit de vragenlijsten, die deelnemers om de paar jaar toegestuurd krijgen. Ook leerkrachten van jonge tweelingen doen mee en geven informatie over meerlingen en hun broertjes en zusjes in de schoolse situatie. Daarnaast zijn er  projecten waarin gegevens worden verzameld over bijv. IQ, bloeddruk of hersenfunctie. Rond 2004 startte het NTR-Biobank project, waarin bij tienduizend deelnemers biologisch materiaal werd verzameld, zoals bloed waaruit DNA en RNA  zijn geïsoleerd en waarin biomarkers zijn gemeten, van cholesterol tot telomeer-lengte. Jarenlang zijn medewerkers van het NTR daarvoor ’s morgens vroeg bij deelnemers thuis langs gegaan.

 Met al die metingen en bepalingen kan onderzoek worden gedaan naar de klassieke vraag waar het tweelingonderzoek om draait: wat verklaart verschillen tussen mensen? Ligt de verklaring in de omgeving of in het DNA?  Meer dan 30 jaar NTR onderzoek laat zien dat het antwoord niet of-of, maar en-en is. Er zijn bijna geen menselijke eigenschappen waarbij ons genoom niet een rol speelt. De laatste jaren is er ook steeds meer interesse in de afhankelijkheid van genen en omgeving. De omgeving waarin mensen zich bevinden of de omgeving die ze opzoeken is niet random, maar wordt beïnvloed door hun genoom.  

De combinatie van tweeling-familie onderzoek met DNA-data die zijn verzameld in meerdere generaties blijkt heel waardevol in vragen naar intergenerationele transmissie en naar voorspellingen gebaseerd op genetische informatie. Met name kunnen we hier nog steeds heel veel leren van eeneiige tweeling paren. Eeneiige, of monozygote, tweelingen ontstaan uit 1 bevruchte eicel die zich een aantal dagen na de geboorte splitst. Dat leidt tot 2, of zelfs soms 3 of 4, individuen met eenzelfde genoom. Voor eigenschappen die sterk samenhangen met DNA informatie, zoals uiterlijke kenmerken (Zie de foto van Nick en Carst) lijken eeneiige tweelingen dus veel op elkaar. Ze hebben (vrijwel) hetzelfde DNA en daarmee ook identieke risicoprofielen voor ziekten en aandoeningen. Juist het onderzoek bij eeneiige tweelingen maakt duidelijk dat genetisch determinisme niet bestaat: eenzelfde genotype  niet hoeft te leiden tot een zelfde uitkomst qua gezondheid of gedrag. De verschillen binnen paren eeneiige tweelingen is de beste schatting die we hebben voor de grens voorspelbaarheid.

De participatie van een- en twee-eiige meerlingen, en hun gezinsleden die allemaal belangeloos meedoen aan NTR onderzoek, heeft laatste 3 decennia een database met longitudinale gegevens opgeleverd die wereldwijd uniek is.

Wende Wallert is conservator van de Kunstcollectie van de VU en Prof. dr. Dorret Boomsma is hoogleraar biologische psychologie en oprichter van het Nederlandse Tweelingen register aan de Vrije Universiteit, Amsterdam

Kijk voor alle verhalen in deze expositie op: VU-voorwerpen en hun verhalen | 140 jaar Vrije Universiteit Amsterdam


Deel dit artikel