Als een van de eerste in Nederland begon de VU in de jaren zeventig met een afdeling informatica. Dankzij de Amerikaanse hoogleraar Andy Tanenbaum bereikte de afdeling al snel internationale faam. Tanenbaum werd vooral bekend om MINIX, een zeer licht unix-bestuurssysteem, waarop in 1991 Linux geïnspireerd is. In 2006 kwam MINIX 3 uit, en het wordt nog steeds gebruikt in onderwijs. Computer-historicus Danny Beckers schets de ontwikkeling van informatica aan de VU en MINIX. Conservator Liselotte Neervoort reflecteert op de vraag hoe dergelijk erfgoed te bewaren en te presenteren valt.

Click here for English text

Informatica aan de VU

De VU was er vroeg bij met haar afdeling Informatica. Al vanaf 1971 konden studenten wiskunde zich inschrijven voor de afstudeerrichting informatica. De studie betrof vooral de beschrijving en ontwikkeling van geautomatiseerde numerieke processen, en de studie van de bijbehorende foutenmarges. De VU was, in de persoon van de hoogleraar Koksma, sinds 1946 betrokken bij het Mathematisch Centrum, tegenwoordig bekend als het Centrum voor Wiskunde en Informatica. Dit centrum werd in 1946 opgericht op initiatief van een aantal hoogleraren wiskunde, die een nieuwe vorm van wiskundebeoefening voorstonden. Met het centrum wilden zij bijdragen aan de wederopbouw van de Nederlandse economie. Het rekencentrum van het Mathematisch Centrum, was een van de wezenlijke onderdelen, en het was van daaruit dat de VU al vroeg kennis had van bouw van computers. Het Mathematisch Centrum was onder andere betrokken bij het ontwerp van de X1 van de Nederlandse computerfabrikant Electrologica. De vroege betrokkenheid van de VU bij informatica kwam dus niet uit de lucht vallen

In de jaren zestig verrichtten medewerkers en studenten van de VU rekenwerk op de machines van het Mathematisch Centrum. Veel studenten wiskunde zouden via het Mathematisch Centrum het werkveld instromen. Met de in 1970, respectievelijk 1972 aangestelde buitengewoon hoogleraren Reinder van de Riet en Jacob de Bakker bood de VU studenten wiskunde vanaf 1973 zelfs een groot aantal vakken aan, die zich uitstrekten van numerieke wiskunde tot bedrijfsautomatisering, en van programmeren tot bouw van databases. Beiden hadden aan de VU gestudeerd en daarna enige jaren aan het Mathematisch Centrum gewerkt. In 1971, precies tussen deze twee hoogleraarsbenoemingen in, werd Andy Tanenbaum aangesteld als wetenschappelijk ambtenaar, vanaf 1978 als lector. Eén van de colleges die hij verzorgde behandelde het ontwerp van besturingssystemen. Om studenten de gelegenheid te bieden om die besturingssystemen zelf nader te kunnen bestuderen, bouwde hij midden jaren tachtig MINIX. Het was een kleine versie van het populaire besturingssysteem UNIX (MIni unIX), dat een paar jaar eerder door Bell Labs van een copyright was voorzien.

Minix

Besturingssystemen voor computers waren een relatief nieuw fenomeen in de jaren zeventig van de twintigste eeuw. De oude mainframes werden wel uitgerust met een set basiscommando’s, maar de noodzaak voor een besturingssysteem deed zich pas voelen toen het in de jaren zestig gebruikelijker werd dat meerdere gebruikers van dezelfde computer gebruik maakten. Het besturingssysteem van de computer zorgde ervoor dat de verschillende programma’s die werden gebruikt, op een efficiënte manier door de computer werden afgehandeld - zonder dat er onderweg informatie verdween of processen stokten. Op die manier kon bijvoorbeeld het resultaat van de ene gebruiker worden geprint, terwijl de processor in de computer ondertussen met een andere berekening bezig was. Met de stijgende populariteit van de PC begin jaren tachtig, kreeg het besturingssysteem de functie van het afhandelen van alle parallelle processen die de PC-gebruiker had opgestart en waarvan de gewone gebruiker zich vaan niet eens meer bewust was: van scherm-aansturing en tekstverwerker tot tijdklokje en mailprogramma.

In een boek over besturingssystemen uit 1987 gebruikte Tanenbaum MINIX als basis. Het boek werd geleverd met een floppydisk met MINIX. Als besturingssysteem werd het op de markt verdrongen door Windows en MAC/OS, maar als lesboek aan universiteiten was MINIX in de jaren negentig toonaangevend, omdat het wel door studenten zelf kon worden bestudeerd en aangepast. In 2006 werd met MINIX versie 3 een sprong naar voren gemaakt: het besturingssysteem ontpopte zich tot een onderzoeksproject en richtte zich vooral op de markt van de embedded systems. In die markt was het een voordeel dat het systeem klein en open source was, en was de stabiliteit van MINIX een welkom extra.

Bekijk ook dit filmpje met Tanenbaum over de start van MINIX. 

 

Software als erfgoedobject

Door Liselotte Neervoort 

Dankzij de digitale revolutie is het idee van een object veranderd. Waar een object eerst iets was dat je vast kon houden, zijn ertegenwoordig ook digitale (digital born) objecten, zoals e-boeken, e-mails en zelfs kunstwerken. En je zou ook software als erfgoed kunnen aanmerken. Software zegt minstens zo veel over hoe de mens denkt en zich ontwikkelt als de hardware of de eindproducten. Maar hoe bewaar je zo iets op een duurzame manier? En wat bewaar je dan precies? De code op een floppy? Of op een apparaat?  Hoe blijft dit werkend en toegankelijk? Misschien dan op een virtueel apparaat? Of bewaar je een screenshot, of een afbeelding van het logo, ter illustratie bij een tekst of verhaal? Dit vraagstuk wordt breedbesproken in de erfgoedwereld, en ook Unesco houdt zich hiermee bezig. 

Maar dan de volgende uitdaging: hoe laat je het zien in een papieren publicatie of fysieke tentoonstelling? Digitaal kun je linken naar filmpjes en achtergrondinformatie, zoals hier in dit artikel. Maar in een vitrinekast? Wat zie je dan? Welke ervaring heb je? Kortom: meer vragen dan antwoorden… 

 

Danny Beckers currently works at the Science Department, Vrije Universiteit Amsterdam. Danny does research in history of mathematics, history of computer science and history of mathematics education. Current projects are 'History of Mathematics Education, 1945-1985' and a 'History of programmed instruction'. Liselotte Neervoort is the curator of the VU Academic Heritage Collection.

Kijk voor alle verhalen in deze expositie op: VU-voorwerpen en hun verhalen | 140 jaar Vrije Universiteit Amsterdam


Deel dit artikel