U bent hier : Home / Personen / Bavinck, J.H.
Geboren: 22 november 1895
Overleden: 23 juni 1964
1939 buitengewoon hoogleraar zendingswetenschappen, 1954 gewoon hoogleraar zendingswetenschappen en ambtelijke vakken, emeritus 1964
Beschikbare downloads:
In memoriam J.H. Bavinck, uit: Jaarboek VU 1964
In memoriam J.H. Bavinck, uit: Almanak 1965
Johan Herman Bavinck (pdf), uit: Verder kijken. Honderdvijfendertig jaar Vrije Universiteit Amsterdam in de samenleving (2016).
Bavinck, Johan Herman
[Lemma geschreven voor de serie Markante Protestanten]
Hij was welhaast voorbestemd zijn leven aan de theologie te wijden. Grootvader en vader waren predikanten in de afgescheiden kerken; de bekende dogmaticus Herman Bavinck was een broer van zijn vader. Openheid en verdraagzaamheid waren andere familietrekken, voorts dat niet blind werd gevaren op het verstand. ‘Weinig dingen zijn mooier in deze wereld,’ schreef Johan Bavinck eens, ‘dan met het geloof in het hart te mogen doordringen in de diepten der ziel.’
Johan Herman Bavinck werd geboren op 22 november 1895 in Rotterdam waar hij naar het gymnasium ging. Tijdens zijn in 1912 aangevangen studie theologie aan de Vrije Universiteit had de psychologie van de religie zijn grote belangstelling. Bavinck besloot er op te promoveren, maar zijn proefschrift kwam niet aan de VU tot stand. Hij vertrok hij naar Duitsland waar hij studeerde in Giessen, vijftig kilometer boven Frankfurt, en in Erlangen, bij Nürnberg. Promotie vond in laatstgenoemde stad plaats, in 1919, op een psychologische studie naar de invloed van het gevoel op het ‘associatieleven’ van de laat-middeleeuwse Duitse mysticus Heinrich von Suso. Kern van Bavincks betoog was dat de weg tot kennis veel meer door intuïtie werd bepaald dan de associatiepsychologie aannam.
De jonge doctor vertrok in 1920 naar Indië waar hij hulppredikant van de gereformeerde kerk in Medan werd, op Sumatra. Een jaar later verhuisde Bavinck naar Java en werd predikant in Bandoeng. De psychologiestudie bleef hem bezighouden, getuige het boek Inleiding tot de zielkunde dat in 1926 verscheen. In hetzelfde jaar keerde Bavinck, inmiddels getrouwd, naar Nederland terug. Hij werd predikant in Heemstede, maar de Oost bleef trekken: de zending, maar ook de mystieke Javaanse geesteswereld. In 1930 zette Bavinck opnieuw voet aan Javaanse wal, in Solo waar hij als zendingspredikant ging werken. In 1934 ging hij, na een jaar aanvullende studie in Leiden, als docent aan de Theologische School van Djokjakarta aan de slag. In dit jaar verscheen ook Bavincks Christus en de mystiek van het oosten. Hierin beschreef hij de Javaanse cultuur even empathisch als sympathiek, om tenslotte de God die in Jezus Christus verscheen boven de god van het oosten te plaatsen.
In 1939 repatrieerde Bavinck. Hij werd hoogleraar zendingswetenschap aan de VU en aan de Theologische Hogeschool in Kampen. De benoeming in de IJsselstad verliep niet zonder slag of stoot. Volgens hoogleraar dogmatiek Klaas Schilder konden Bavincks psychologische en mystieke studies de gereformeerde toets niet doorstaan. Dergelijke geluiden hadden trouwens in de jaren twintig ook aan de VU geklonken. Ze bleken geen sta-in-de-weg voor een vruchtbaar professoraat. De studenten liepen weg met de invoelende en fijnzinnige Bavinck. ‘Hij zou een gehoor hebben kunnen boeien met het voorlezen van een vertrektijdentabel uit het spoorboekje,’ schrijft A.Th. van Deursen in zijn boek over de geschiedenis van de VU.
De oorlog greep de irenische Bavinck diep aan, de strijd in de gereformeerde kerken rond Kamper theoloog Schilder niet minder. Midden in de oorlog, januari 1943, stelde hij in een lezing vast dat het kerkelijk klimaat voor een wezenlijke, hartstochtelijke ontmoeting met God noch voor een onbevangen relatie met de twintigste-eeuwse cultuur plaats bood. Na de bevrijding was het niet veel beter. Vrijgemaakten stonden tegenover synodalen, terwijl de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, die Bavincks sympathie had, voor nog meer spanningen zorgde. Zowel in de ARP als de gereformeerde kerken voerde hij het pleit voor een ‘diepe ontmoeting’ met het Indonesische nationalisme. Maar hij kreeg geen poot aan de grond, al zijn behoedzaamheid ten spijt. Dit lot viel hem in de jaren vijftig ook ten deel met zijn pleidooien tegen de Zuid-Afrikaanse apartheid. Bavinck was zijn tijd vooruit.
De kentering, zowel kerkelijk als politiek, kwam een paar jaar voor zijn dood. In 1960 sprak Trouw het faillissement over de Zuid-Afrikaanse apartheidspolitiek uit. Een jaar later, op de synode van Apeldoorn, begaven de gereformeerde kerken zich definitief op de weg van de oecumene en reikte ARP-leider Bruins Slot de Republiek Indonesië de hand.
Bavinck stierf drie jaar later, juni 1964.
Auteur: Peter Bak, voor Protestant.nl, 21 april 2009