U bent hier : Home / Personen / Diemer, E.
Geboren: 14 augustus 1911
Overleden: 30 september 1997
1958 buitengewoon lector perswetenschap; 1971 gewoon lector; 1980 hoogleraar in de leer der communicatiemiddelen, 1981 emeritaat
Diemer, Evert
[Geschreven voor de serie Markante Protestanten]
‘Jij hangt het voederbakje te laag,’ zei Bruins Slot, hoofdredacteur van Trouw, eens tegen hem. ‘Hang jij het niet te hoog?’ antwoordde Diemer. ‘In de bijbel staat: “Weid de lammeren”, en niet: “voed de giraffen”.’ Het gesprek vond plaats in de aanloop naar de onzalige, door bedrijfseconomische motieven ingegeven fusie in 1971 tussen Trouw, volop onder stoom op radicaal-evangelische koers, en Diemers gematigde en gemoedelijke Kwartetbladen. In de jaren die volgden zag Diemer het krantenconcern dat zijn vader had grootgemaakt troosteloos tenondergaan. De wond heelde langzaam, het litteken bleef tot zijn dood trekken.
Evert Diemer werd geboren in 1911, een jaar voordat zijn vader, Hendrik Diemer, directeur werd van het dagblad De Rotterdammer. In 1928, toen hij het blad met vier nevenedities had uitgebreid, nam hij ook het hoofdredacteurschap op zich. Zoon Evert was inmiddels een nijvere leerling van het Marnixgymnasium aan het Rotterdamse Henegouwerplein. Klassieke muziek vulde een groot gedeelte van zijn vrije uren. Evert speelde piano en deed ’s zondags in de kerk soms dienst als organist.
In 1929 ging hij rechten studeren aan de Vrije Universiteit waar hij zijn verloofde Fenna Lindeboom leerde kennen. Het paar promoveerde in 1937 op dezelfde dag: hij op Vrijheid van drukpers, zij – anderhalf uur later – op De ontwikkeling van het strafstelsel in Sovjet-Rusland 1917-1937. Een halfjaar later vond hun huwelijk plaats en vestigden ze zich in Den Haag waar Diemer als parlementair verslaggever van De Rotterdammer werkte.
Drie jaar later, oktober 1941, verbood de Duitse bezetter de krant en werd Diemer werkloos. Via een vriend kon hij op een advocatenkantoor in Rotterdam terecht. De verdiensten waren gering, maar het tekende de meelevende Diemer ten voeten uit dat hij zich niettemin met hart en ziel voor zijn cliënten inzette, ook tijdens de laatste oorlogswinter toen het openbaar vervoer stil lag. Diemer ging vanuit Den Haag lopend naar Rotterdam, een tocht van dik drie uur. In Den Haag stoomde zijn vrouw ondergedoken VU-studenten voor hun – clandestiene – tentamens klaar. Ook verleende de Diemers onderdak aan een joodse vrouw waarvoor ze met de Yad-Vashem-onderscheiding zouden worden gelauwerd.
Na de oorlog volgde Diemer zijn vader op als hoofdredacteur van De Rotterdammer en de kopbladen Dordtsch Dagblad, Nieuwe Haagsche Courant en Nieuwe Leidsche Courant, tezamen als de Kwartetbladen aangeduid. De vijfde krant die het bedrijf telde, de Nieuwe Utrechtsche Courant, ging ter ziele. Diemer leidde de vier Zuid-Hollandse bladen in dezelfde irenische, positief-christelijke geest als zijn vader, een breed en tamelijk stabiel publiek van 100.000 lezers bedienend: van antirevolutionairen tot staatkundig-gereformeerden en hervormden.
Zusterblad Trouw verging het minder goed. Telde het in 1950 150.000 abonnees, tien jaar later was het aantal tot onder de 100.000 gedaald. Nadat de omschakeling van avond- naar ochtendblad en de fusie met twee noordelijke regionale bladen geen soelaas had geboden, ging Trouw op zoek naar een nieuwe reddingsboei: Diemers Kwartetbladen waarvan de aandelen al langere tijd in handen van de NV Trouw waren. De oprichting van NV ‘De Christelijke Pers’ in 1966 was de opmaat tot een fusie, vijf jaar later. Diemer en Trouw-hoofdredacteur Bruins Slot traden terug. Twee kapiteins op één schip was niet bevorderlijk voor een behouden vaart. Die kwam er evengoed niet. Omdat de door Bruins Slot getoonzette evangelische progressiviteit Diemers behoedzame redactionele toon verdrong, liepen behoudende Kwartetlezers met tienduizenden weg. In 1975, nog maar vier jaar na de fusie, had Trouw alweer een reddingsboei nodig en trad toe tot de Perscombinatie. Van de identiteit van de Kwartetbladen was toen niets meer over.
Diemer werkte inmiddels aan de Vrije Universiteit, als lector perswetenschap. In 1958 begonnen als buitengewoon lector in de rechtenfaculteit, was hij sinds 1964 verbonden aan de sociale faculteit. In 1971, nadat hij bij de Kwartetbladen was vertrokken, werd hij gewoon lector, in 1980 hoogleraar in de leer der communicatiemiddelen. Hij maakte de opstand van de studenten mee die hij met belangstelling, relativiteitszin en humor tegemoet trad. In 1981 ging Diemer met emeritaat. Tot zijn dood bleef hij met pers en universiteit innige contacten onderhouden. ‘Groet de broeders,’ klonk het steevast bij het afscheid.
Auteur Peter Bak, voor Protestant.nl, 29 juli 2009