U bent hier : Home / Personen / Gerbrandy, P.S.
Geboren: 13 april 1885
Overleden: 7 september 1961
1930-1939 hoogleraar handelsrecht, burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht.
Beschikbare downloads:
Gerbrandy, Pieter Sjoerds
[Lemma geschreven voor de serie Markante Protestanten]
Pieter Sjoerds Gerbrandy werd geboren in Goënga, een dorpje bij Sneek. Een jaar na zijn geboorte, in 1886, vond de Doleantie plaats. Ook het gezin Gerbrandy ging mee met deze exodus van orthodoxen uit de hervormde kerk. Pieter Sjoerds bezocht de – mede door zijn vader opgerichte – christelijke lagere school in Gauw. Daarna stuurden zijn ouders hem naar Nederlands eerste christelijk gymnasium dat in het Gelderse Zetten was gevestigd.
In 1904 ging Pieter rechten studeren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 1910 behaalde hij zijn doctoraal, een jaar later zijn doctorsgraad. In 1911 vestigde Gerbrandy zich als advocaat en procureur in Leiden. Drie jaar later verplaatste hij zijn praktijk naar Sneek waar hij ook politiek actief werd. In 1917 werd hij lid van de gemeenteraad, twee jaar later van de Provinciale Staten. In 1920 werd Gerbrandy gedeputeerde, een functie die hij tien jaar lang zou vervullen en waarin hij tot een spraakmakende figuur uitgroeide.
Ook zijn boek De strijd voor nieuwe maatschappijvormen, dat in 1928 verscheen, trok de aandacht. Het was een op bijbelse gronden gefundeerd pleidooi voor arbeidersmedezeggenschap in onderneming en bedrijfstak. Hiermee positioneerde Gerbrandy zich binnen de ARP op de linkerflank, wat hem de bijnaam ‘de rode advocaat uit Sneek’ bezorgde.
Gerbrandy werd in 1930 hoogleraar aan de Vrije Universiteit waar hij handelsrecht, burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht ging doceren. Geëngageerd als hij was gingen de sociale gevolgen van de om zich heen grijpende economische crisis niet aan hem voorbij. Gerbrandy stond kritisch tegenover het aanpassingsbeleid van premier en partijgenoot Colijn; hij was een voorstander van door de overheid uit te voeren, grootschalige openbare werken, desnoods te realiseren met geleend geld. Dergelijke werkverschaffingsprojecten vormden het hart van het – door Colijn verketterde – Plan van de Arbeid dat de SDAP in 1935 had gepubliceerd.
In augustus 1939 trad Gerbrandy, een veto van de ARP-top negerend, als minister van justitie tot het kabinet-De Geer toe, het eerste kabinet waarin de SDAP was vertegenwoordigd. Het vluchtte in mei 1940, na de Duitse inval, naar Londen waar Gerbrandy in september 1940 de wankelmoedige De Geer als premier opvolgde. Vanwege zijn onverzettelijkheid stond hij in de gunst van koningin Wilhelmina, maar haar drang naar staatsrechtelijke vernieuwing zorgde na 1941 voor steeds grotere verwijdering.
Na zijn aftreden in juni 1945 manifesteerde Gerbrandy zich als voorzitter van het Nationaal Comité ‘Handhaving Rijkseenheid’ dat zich met hand en tand tegen de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië verzette. In 1948 werd Gerbrandy lid van de ARP-Tweede-Kamerfractie waarin hij de partijdiscipline dikwijls aan zijn laars lapte. In zijn hoedanigheid van minister van staat werd Gerbrandy in 1956 lid van de vertrouwenscommissie die de ‘Soestdijkcrisis’ moest oplossen (de zogenaamde Greet Hofmans-affaire). In 1959, twee jaar voor zijn dood, verliet Gerbrandy de Tweede Kamer.
Auteur: Peter Bak, voor Protestant.nl, 31 oktober 2008