Geboren: 20 juli 1922
Overleden: 23 november 2010
1950 lector zoölogie; 1952 hoogleraar zoölogie (W&N), 1986 emeritaat
Lever-herdenking 2022
In 2022 is het een eeuw geleden dat Jan Lever werd geboren. In het najaar zal hier met onder meer een expositie, symposium (10 november) en publicatie aandacht aan worden gegeven.
Meer info over het symposium klik hier.
Project 'leven en werk van Jan Lever'
Momenteel werkt VU-universiteitshistoricus Ab Flipse aan een project over leven en werk van Jan Lever. Dit onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door VUVereniging, die het project ondersteunt, omdat het bijdraagt aan de doelstelling van de Vereniging.
In dit kader verschenen tot nu toe verschillende publicaties:
- Ab Flipse en Harry Cook, 'Jan Lever: Challenging the Role of Typological Thinking in Reformational Views of Biology', in: Philosophia Reformata 82/1 (2017), 3-25
- Ab Flipse, ‘Jan Lever, Filosoof. Naar aanleiding van een niet-gepubliceerd artikel in het Lever-archief’, in Wim Berkelaar, Hans Seijlhouwer en Bart Wallet (red.), Tussen Amsterdam en Kampen (Amsterdam: HDC, 2018), 59-61.
- Over de bredere context waarbinnen Lever zijn ideeën ontwikkelde, verschenen: Ab Flipse, ‘Hoe heeft het debat over schepping en evolutie zich de afgelopen anderhalve eeuw ontwikkeld?’, in: W. den Boer, R. Fransen en R. Peels (red.), En God zag dat het goed was. Christelijk geloof en evolutie in 25 cruciale vragen (Kampen, Summum, 2019) en binnenkort: Ab Flipse, 'Shared Principles, Diverging Paths: neo-Calvinism, neo-Thomism and the Natural Sciences, 1880-1960' (2022), en Ab Flipse, 'Neo-Calvinism and Science' (2022).
Beschikbare downloads
In memoriam Jan Lever, door Ab Flipse, december 2010 (pdf)
Lever, Jan
[Lemma geschreven voor de serie Markante Protestanten]
‘Laat hem eens met zijn moeder gaan praten,’ bromde Trouw-redacteur A.P. Bongers eind 1952 toen Lever in een artikelenreeks repte van ettelijke miljoenen jaren oude dierlijke fossielen. Ook schreef de jonge bioloog, die een paar maanden eerder hoogleraar aan de Vrije Universiteit was geworden, over ‘verandering van soorten’ die op ‘een soort evolutie’ wees. Voor Bongers echter was het boek De Goddelijke openbaring in de eerste drie hoofdstukken van Genesis, van oudtestamenticus G.Ch. Aalders, nog steeds wet. Daarin stond dat mensen, dieren en planten in volwassen staat waren geschapen, ongeveer 15000 jaar voor Christus. Punt uit. Maar die brutale Lever, net dertig jaar jong, had het over dierlijke fossielen die wel 550 miljoen jaar oud waren. Kon zijn moeder, kinderboekenschrijfster L.A. Lever-Brouwer die in Trouw een rubriek ‘voor de vrouw’ had, hem niet van zijn natuurwetenschappelijke dwaalwegen bekeren?
Jan Levers embryogenese vond plaats in Groningen waar zijn vader onderwijzer was. Twee jaar later, in 1924, werd zijn vader benoemd tot hoofd van de school met de bijbel in Den Helder. Het gereformeerde gezin verhuisde naar de marinestad waar Jan naar de rijkshbs ging en zich buiten schooltijd als ‘klein bioloogje’ ontpopte. Hij hield allerlei dieren: mieren, rupsen, spinnen, schildpadden, een kat, een bok. Maar twee simpele, letterlijk laag-bij-de-grondse schepselen stalen Jans hart: schelpen en slakken. Ook ging hij graag in de Huisduinse natuur op onderzoek uit en struinde in de schoolbibliotheek naar biologieboeken. ‘Daar vond ik een boek van de Duitser Wilhelm Bölsche, Afstamming van den mensch,’ vertelde Lever zeventig jaar later. ‘Het ging helemaal uit van de evolutieleer, dus niets geen schepping in zes dagen; het paradijs kwam er helemaal niet in voor.’
Met Bölsches boek toog Lever naar zijn biologieleraar, J.A. Nijkamp, later voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. Nijkamp, die van zijn gereformeerde geloof was gevallen, leende Lever het boek De wetenschap van het leven, van de Britse biologen J. Huxley en H.G. Wells. Laatstgenoemde was ook bekend als romanschrijver, onder meer van War of the worlds uit 1898. Ook het boek van Huxley en Wells was geheel gebaseerd op de evolutieleer. ‘Toen,’ aldus Lever later, ‘wilde ik weten wat gereformeerde denkers over evolutie hadden geschreven.’ Hij stuitte op een rede van Abraham Kuyper, uit 1899. Daarin bleek de gereformeerde voorman opvallend goed op de hoogte van genetische kennis die voor de evolutietheorie bepalend was. Kuyper aanvaardde de theorie, mits God als ‘de opperste bouwmeester’ werd erkend.
In 1939 ging Lever biologie studeren, niet aan de Vrije Universiteit waar de studierichting nog niet bestond, maar aan de Utrechtse rijksuniversiteit. De evolutieleer was er nauwelijks onderwerp van studie. ‘Hoogleraren wezen er wel eens naar, meer niet. De argumenten voor de evolutie waren toen nog mager.’ In 1943, ondergedoken maar inmiddels wel geslaagd voor zijn kandidaatsexamen, zocht Lever contact met de gereformeerde bioloog J.H. Diemer die goed met de evolutieleer op de hoogte was. Diemer toonde grote belangstelling voor de doctoraalscriptie waaraan Lever werkte, over het biologisch soortbegrip, maar werd korte tijd later door de Duitsers opgepakt en overleefde de oorlog niet.
Lever legde in 1946 zijn doctoraalexamen af en promoveerde in 1950 op een onderzoek naar de schildklierstructuur. In hetzelfde jaar werd hij lector biologie in de pas opgerichte medische faculteit van de Vrije Universiteit. Twee jaar later werd Lever hoogleraar, met het uitspreken van de inaugurele rede Het creationisme die middels Trouw en vele spreekbeuren ook haar weg vond naar het gereformeerde volk. Lever verwierp de evolutieleer, omdat ze de goddelijke oorsprong en besturing van de schepping ontkende, maar hij aanvaardde wel de theorie van de evolutie, zijnde een evoluerende schepping onder Gods leiding. ‘Ik dacht in dezelfde lijn als Kuyper in
Dat bleef niet zo. Archeologische vondsten, onder meer van een vier miljoen jaar oude, rechtop lopende voorvader van de mens, brachten Lever in de jaren zestig tot het inzicht dat Adam en Eva niet werkelijk hadden bestaan. Ook de snel groeiende genetische kennis droeg er toe bij dat Lever niet meer in God als de Schepper kon geloven, wat hem scheidde van de aanhangers van Intelligent Design.
Auteur: Peter Bak, voor Protestant.nl, 15 november 2010