U bent hier : Home / Personen / Onvlee, L.
Geboren: 23 november 1893
Overleden: 9 maart 1986
1956-1966 buitengewoon hoogleraar culturele anthropologie en sociologie van de niet-westerse samenlevingen (L.). 1964 emeritus
Beschikbare downloads:
In memoriam L. Onvlee, uit: Jaarboek VU 1985-1986 (pdf)
Onvlee, Louis
[Lemma geschreven voor de serie Markante Protestanten]
‘U moet een Soembase vrouw trouwen,’ zei een Soembanees eens tegen hem, ‘dan bent u een der onzen.’ Bijna dertig jaar lang werkte Onvlee als predikant en bijbelvertaler op Soemba, een van de Kleine Soenda-eilanden ten oosten van Java. Al die jaren worstelde hij met de vertaling van het nieuwe testament in het Soembaas. Hoe vertaal je ‘God’ als er geen duidelijk woord voor ‘hoogste wezen’ is? Dit maakte de vertaler ook tot een taalvernieuwer; bijbelvertaling was cultuurvertaling en vereiste dus grondige kennis van de geschiedenis, levensverbanden, gewoonten, gebruiken. Die kon Onvlee zich volgens zijn zegsman het beste eigen maken door met een Soembase schone te trouwen. ‘Dat zal ik toch eerst met mijn vrouw moeten overleggen,’ reageerde Onvlee. Een cultuurgeladen antwoord: wij, Nederlanders, kunnen er de humor van inzien, maar op het polygame Soemba was het echtelijke ernst.
Louis Onvlee, zoon van een Baarnse hoofdonderwijzer, ging op zeventienjarige leeftijd theologie studeren aan de Vrije Universiteit waar hij in Bavinck zijn leermeester vond. Vier jaar later, in 1914, vertrok Onvlee naar Nederlands-Indië om in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap op het eiland Soemba als bijbelvertaler te gaan werken. Na een jaar repatrieerde Onvlee en behaalde zijn kandidaats theologie aan de VU. Vervolgens ging hij Indonesische talen studeren in Leiden waar hij Hendrik Kraemer leerde kennen, een oudejaars die Onvlee met zijn visie, kennis en enthousiasme blijvend zou inspireren. In Leiden had Onvlee ook contact met bijbelvertaler Adriani die op Celebes onder de Toradja’s werkte en de bijbel begrijpelijk probeerde te maken met inlandse woorden en voorstellingen.
In 1925, na zijn promotie op een proefschrift over het Soembanees, keerde Onvlee terug naar Soemba waar hij, met een onderbreking van vier jaar, tot 1955 zou blijven. Hij werkte er als predikant en zendeling, in 1949 een Soembanese vertaling publicerend van het Lucasevangelie, een jaar later van de Handelingen der apostelen. In 1956 keerde Onvlee terug naar Nederland en werd, inmiddels 62 jaar oud, bijzonder hoogleraar culturele antropologie aan de Vrije Universiteit. De rede waarmee hij zijn professoraat aanvaardde was de fototentoonstelling ‘Wij mensen’ die een jaar eerder voor een enorme toeloop naar het Stedelijk Museum had gezorgd. De samensteller van de collectie, de vermaarde fotograaf Edward Steichen, wilde de bezoeker een caleidoscopische blik op de mensheid bieden, gerangschikt rond thema’s als geboorte, huwelijk, spel, werk en dood. ‘Op iedere foto staat een mens voor ons,’ hield Onvlee zijn gehoor voor, ‘en iedere foto zegt: dat ben jij.’ Eigenlijk was de cultureel antropoloog ook een fotograaf.
Onvlee beschouwde de cultuur uitdrukkelijk als specifieke bestaanswijze van de mens. Van cultuurrelativisme, in de jaren vijftig wijdverbreid, moest hij niets hebben, evenmin van empirisme dat zogenaamde ‘harde’ feiten uit hun context sneed en ze losmaakte van de gecompliceerde werkelijkheid. Want elke cultuur moest volgens Onvlee in haar eigen waardigheid en uniciteit worden bestudeerd; elke cultuur kende haar eigen antwoorden op als gezaghebbend erkende normen. In deze opvatting sprak de theoloog Onvlee een duchtig woordje mee: de bron van de scheppende creativiteit van de mens was de norm die God hem in zijn hart had gegeven.
Onvlee, die van 1961 tot 1962 het Leidse Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde voorzat, had een open oog voor de Derdewereldproblematiek. De vraag naar de aard van de mens en zijn plaats in de geschapen werkelijkheid werd door Onvlee, die aan de Vrije Universiteit zitting had in de senaatscommissie-Ontwikkelingsgebieden, uitdrukkelijk bijbels geduid. Het rentmeesterschapbeginsel verplichtte de cultureel antropoloog tot bekommernis om de verdrukte naasten in Azië, Afrika en Latijns-Amerika.
Na zijn emeritaat, in 1966, wijdde Onvlee zich, samen met P.J. Luijendijk, aan het Kamberaas (Oost-Soembaas)-Nederlands Woordenboek dat in
Auteur: Peter Bak, voor Protestant.nl, 27 juni 2011