U bent hier : Home / Personen / Zijlstra, J.
Geboren: 27 augustus 1918
Overleden: 23 december 2001
1948-1952 hoogleraar economie; 1964-1967 buitengewoon hoogleraar openbare financiën
Beschikbare downloads:
Zijlstra, Jelle
[Lemma geschreven voor de serie Markante Protestanten]
Jelle Zijlstra kwam ter wereld in het Friese Oosterbierum waar zijn vader landbouwer en graanhandelaar was. Het gereformeerde gezin telde vijf kinderen waarvan Jelle de oudste was. Hij bezocht de plaatselijke Christelijk Nationale School en werd in 1930 leerling van de christelijke MULO-B in Harlingen. In 1935 ging Zijlstra naar de Harlingse rijks-HBS-A. Na zijn eindexamen, twee jaar later, besloot hij economie te gaan studeren.
Omdat de – gereformeerde – Vrije Universiteit nog geen economische faculteit kende ging Zijlstra aan de Nederlandse Handelshogeschool in Rotterdam studeren. Hij maakte er kennis met de opvattingen van de Britse econoom John Maynard Keynes die voor hem een eye-opener waren. Keynes' theorie dat de overheid in tijden van crisis en werkloosheid moest investeren, ten einde de consumptieve vraag te stimuleren, stond echter haaks op het nationale economische beleid. Onder leiding van de antirevolutionaire premier Colijn werd een stringent bezuinigingspolitiek gevoerd: vóór alles moest de begroting sluiten.
De oorlog bracht de klad in Zijlstra’s studie. In 1943, toen tewerkstelling in Duitsland dreigde, dook hij onder in Friesland. Zijlstra vond er onderdak bij de ouders van zijn jeugdvriendin Hetty Bloksma, met wie hij na de oorlog zou trouwen.
Na eind 1945 te zijn afgestudeerd werd Zijlstra als wetenschappelijk hoofdassistent werkzaam op de Rotterdamse Handelshogeschool. In 1947 werd hij er lector, een jaar later promoveerde hij, waarna hij hoogleraar werd aan de pas opgerichte economische faculteit van de VU. De overgang was groot. Terwijl de Handelshogeschool bruiste, was de VU nog een besloten gereformeerd bolwerk. Voor de pragmatische Zijlstra was het soms moeilijk maneuvreren. Zo lokten kritische kanttekeningen bij de traditionele antirevolutionaire staatsleer kritiek uit, zonder dat het overigens afbreuk deed aan het rijzen van zijn ster.
Al gauw liet de politiek haar oog op de jonge antirevolutionaire hoogleraar vallen. In 1952 werd hij, 34 jaar oud, namens de ARP minister van economische zaken in het derde kabinet-Drees. Welbespraakt en in staat complexe vraagstukken klaar en duidelijk over het voetlicht te brengen, hield hij zich in Den Haag gemakkelijk staande, weliswaar geholpen door de economische hoogconjunctuur. Toen er na 1955 tegenwind opstak, legde Zijlstra – samen met PvdA-minister van financiën Hofstra – de hand op de knip. Nadat een belastingmaatregel eind 1958 tot de val van het vierde kabinet-Drees had geleid, trad Zijlstra tot het interimkabinet-Beel toe, als beheerder van de portefeuilles van economische zaken en financiën.
In het confessionele kabinet-De Quay, dat in mei 1959 zijn opwachting maakte, werd Zijlstra minister van financiën. Hij introduceerde, van het keynesianisme pragmatisch opschuivend richting het monetarisme, de zogenaamde ‘Zijlstra-norm’: de stijging van de overheidsuitgaven werd afgestemd op de groei van het nationaal inkomen. Spanningen tussen Zijlstra en de ARP-fractie leidde eind 1960 tot de val van het kabinet. De breuk werd gelijmd en Zijlstra’s positie was versterkt, zowel binnen zijn partij als het kabinet. Maar zijn liefde voor de politiek, die hij als een ‘tijdelijke pleisterplaats’ beschouwde, was er niet groter op geworden.
In 1963 koos Zijlstra voor de luwte van de Eerste Kamer, maar de val van het kabinet-Cals in het najaar van 1966 bracht hem weer volop in de politieke schijnwerpers. Hij werd premier van een rompkabinet dat vervroegde verkiezingen moest uitschrijven. Vier maanden van nuchter, eigenzinnig en kordaat landsbestuur, alsmede Wim Kans oudejaarslied ‘Waar we heen gaan, Jelle zal wel zien’, bezorgden Zijlstra grote populariteit.
Dit ‘Jelle-effect’ leverde de ARP een verkiezingswinst van twee zetels op. Zijlstra werd informateur, maar weigerde zich beschikbaar te stellen voor het premierschap. Hij werd president-directeur van De Nederlandsche Bank, een functie waarin hij zowel nationaal als internationaal groot gezag opbouwde. Na zijn pensionering in 1983 werd Zijlstra tot minister van staat benoemd. In 1992 publiceerde hij zijn memoires. Hij overleed in 2001.
Auteur: Peter Bak, voor Protestant.nl, 13 januari 2009