Sinds 1968 had de Faculteit Geneeskunde van de VU een subfaculteit Tandheelkunde. In 1984 ging deze intensief samenwerken met de subfaculteit Tandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam. Deze samenwerking – in feite een samengaan - was een direct gevolg van de zogenaamde TVC-operatie (‘taakverdeling en concentratie’), waarbij de overheid streefde naar vermindering van het aantal opleidingen in Nederland. In 1983 werd de eerste stap gezet voor een gezamenlijke organisatie van de VU en de UvA, maar aanvankelijk hielde beide subfaculteiten hun ondersteunende afdelingen. Uiteindelijk was een gemeenschappelijke organisatie nodig voor de onderwijsadministratie, voor de studentenadministratie, voor het maken van het rooster van het onderwijsprogramma en allerlei andere zaken. Op 20 maart 1987 nam de minister een definitieve beslissing ten aanzien van de Tandheelkunde-opleidingen in Nederland. Van de vijf faculteiten werd die van de Rijksuniversiteit Utrecht opgeheven. De opleiding van de VU en de UvA konden blijven bestaan, omdat zij al in een instituut functioneerden. Het fusieproces van de Tandheelkunde-opleidingen van de VU en de UvA was op 1 januari 1988 formeel voltooid. ACTA beschouwde zichzelf vanaf dat moment als de centrale tandheelkundevestiging in Nederland. In 1989 vierde ACTA zijn eerste lustrum. In datzelfde jaar legden de eerste ACTA-studenten hun tandartsexamen af. ACTA was tot 2010 gevestigd aan de Louwesweg in Amsterdam-West. Daarna in de nieuwbouw op de campus in Buitenveldert.

Deel deze pagina


ACTA, juli 2015 Foto: Ab Flipse