U bent hier : Home / Tijdlijn / Eerste vrouwelijke hoogleraar.
25-03-1949
Met de benoeming van Gezina van der Molen in 1949, was de eerste vrouwelijke hoogleraar aan de VU een feit. In 1946 was zij al benoemd als privaatdocent volkenrecht, drie jaar later tot buitengewoon hoogleraar, waarna ze ten slotte in 1958 gewoon hoogleraar in het volkenrecht en de internationale betrekkingen werd. Van der Molen was in 1917 begonnen aan een opleiding tot leerling-verpleegster, maar gestimuleerd door de VU-hoogleraar Anema werd zij journalistiek actief. In 1924 begon ze aan de studie rechten aan de VU. Vijf jaar later behaalde ze haar doctoraal, om in 1937 (als eerste vrouw aan de VU) te promoveren. Hierna werd zij opnieuw journalistiek actief. Na de inval van Duitsland nam zij vrijwel direct stelling en in 1941 weigerde ze, als eindexamengecommitteerde, de ariërverklaring te tekenen. Begin 1943 werd Van der Molen een van de oprichters van het verzetsblad Trouw. In hetzelfde jaar raakte ze, samen met haar vriendin Mies Nolte, betrokken bij het redden van joodse kinderen. Na de bevrijding, als voorzitter van de Rijkscommissie Oorlogspleegkinderen (OPK), oordeelde Van der Molen dat het voogdijschap over de joodse weeskinderen niet de afkomst maar de levensovertuiging van de ouders bepalend moest zijn - hierdoor zouden veel weeskinderen aan de (christelijke) pleegouders worden toegewezen. Haar houding is daarom altijd omstreden gebleven. Voor de een is zij een heldin van het verzet tegen nazisme en rassenhaat. Anderen hebben forse kritiek: zij redde joodse kinderen weliswaar het leven, maar ontnam ze ook hun identiteit.