In juli 1901 werd Abraham Kuyper, na een succesvolle verkiezingsuitslag van de confessionele partijen, door koningin Wilhelmina benoemd tot formateur. Kuyper zelf werd minister van Binnenlandse zaken in een coalitiekabinet van anti-revolutionairen, christelijk-historischen en rooms-katholieken. Als vaste voorzitter van de ministerraad – tot die tijd rouleerde het voorzitterschap – werd hij ook de eerste minister-president van Nederland. Kuyper verhuisde nu naar Den Haag, stopte als hoogleraar aan de VU, en zou niet meer naar Amsterdam terugkeren. De door hem gegeven colleges werden aanvankelijk waargenomen door de hoogleraren H.H. Kuyper, W. Geesink en F.L. Rutgers. Uiteindelijk zou Herman Bavinck, tot die tijd hoogleraar in Kampen, Kuyper op 17 december 1902 opvolgen als hoogleraar dogmatiek aan de VU.

Deel deze pagina


Kuyper als minister-president. Met tekst voor dochter J.H. Kuyper. Fotocollectie HDC