Gereformeerden stonden vanouds kritisch tegenover cultuuruitingen als toneel en dans. VU-studenten waren hier in de jaren twintig minder strikt in en dit leidde enkele malen tot forse kritiek vanuit de achterban. Tweemaal werd de gereformeerde achterban van de VU opgeschrikt door toneelspelende studenten. De eerste keer was in 1920 toen studenten bij de viering van het lustrum van het studentencorps het toneelstuk ‘De tante van Charley’ opvoerden. De tweede maal betrof het een opvoering van het stuk ‘Saul en David’ in 1924. De verontwaardiging in gereformeerde over het toneelspel was vooral in 1924 groot en leidde tot klachten en ingezonden brieven en uiteindelijk ook kritiek van het VU-bestuur op de studenten. De meningen onder de VU-hoogleraren waren overigens verdeeld: ‘Walgelijk, walgelijk, driedubbel walgelijk’, schreef de theoloog V. Hepp in 1924. F.J.J. Buytendijk was zelf bij de voorstelling aanwezig geweest en hij zag er geen kwaad in, evenmin als A. Anema, hoogleraar aan de juridische faculteit.

Deel deze pagina


'De tante van Charley', 1920 Fotocollectie HDC